Mijn bevalling, goed te doen.

Mijn bevalling, goed te doen.

 

– Tanja –

Laat ik met een positieve noot beginnen: de bevalling viel mij mee. Hierbij moet vermeld worden dat ik een voorspoedige bevalling had.
Achteraf is makkelijk praten natuurlijk. Op het moment zelf dacht ik dat ik het niet vol zou houden. Toch verwachtte ik iets nog verschrikkelijkers.

In de middag begon mijn buik te rommelen. Ik merkte dit op, maar dacht dat het mijn darmen waren. Dit gerommel hield de rest van de dag aan, maar hinderde me niet bij de dagelijkse bezigheden. Later werden de krampen heftiger en dan moest ik even goed in- en uitademen. Ik vergeet nooit dat ik op zo’n moment met mijn broertje boodschappen aan het doen was en ik puffend ging zitten. Hij keek me met grote ogen aan en vroeg of ik aan het bevallen was en of er geen ambulance gebeld moest worden, maar neen.

Foto’s maken tijdens de weeën 
Dit ging de hele avond zo door. Goed te doen. Ik heb gekookt, ben daarna nog lekker lang gaan douchen. Maskertje in het haar, alles netjes scheren. Je wilt er immers wel goed bijliggen in het geval dat. So far so good. Mijn vriend en ik hadden een gezellige avond en hij vond het grappig om foto’s te maken terwijl ik een wee had. Toen kon ik daar nog om lachen.

Toen ik me rond 22.00 klaarmaakte om naar bed te gaan, even wat uurtjes slaap pakken, het zou zomaar kunnen dat er straks een zware taak op me wachtte, werd het ineens heel andere koek. De weeën sloegen ineens HEEL HARD in. Ik wist niet waar ik het zoeken moest. De frequentie was om het halve uur, maar ze waren ineens zó heftig. Wat mij toen erg heeft geholpen was de “magische” app die mijn vriend op zijn telefoon had geïnstalleerd. Deze app meet de weeën en berekent hoelang die dan wel niet mag duren. Telkens als ik een wee had supporte mijn vriend me “Nog heel even liefje, nog 10 seconden.. 10, 9, 8,….” Achteraf heeft vriendlief opgebiecht dat hij héél langzaam telde, maar ik zat met mijn hoofd bij andere dingen en had dat niet door.

Of de stagiaire even mee mocht rijden
Dit ging zo de hele nacht door, waarbij ik telkens even in slaap sukkelde en dan weer wakker werd door de helse pijn die een wee heet.
Om 5:30 barstte de bom, ineens kwamen de weeën elke 3 minuten. Ik heb staan huilen en vloeken. We belden de verloskundige en mochten meteen naar het ziekenhuis komen. Grappig detail: de verloskundigenpraktijk is letterlijk bij ons om de hoek. Daar sliep een stagiaire. Of zij even met ons mee mocht rijden naar het ziekenhuis. Ach, wij zijn de beroerdste niet natuurlijk. In de auto werden de weeën minder, schijnt door de adrenaline te komen. Ik vond het wel even best zo.

In het ziekenhuis bleek dat ik 8 centimeter ontsluiting had. Acht! Toen ik dat hoorde was ik euforisch. Ik kreeg hernieuwde krachten. We waren er echt bijna. Maar, ooeeppss… We waren dus ook de grens van pijnbestrijding voorbij. Op weg naar het ziekenhuis kon ik alleen maar denken aan de zalige ruggenprik die ik zou gaan krijgen en nu kon dat toch niet. Ik kon me daar verbazingwekkend snel bij neerleggen. Mijn vriend deed nog een poging om de dokter hierover te spreken, hij had immers geleerd dat dat soort dingen zijn taak waren tijdens de bevalling. Ook hem werd snel duidelijk dat daar geen discussie over mogelijk was.

Baarkruk
En toen kwam het grote wachten. De komende 2 uur zijn een waas. Er was een mega lieve zuster. Zij heeft mij erdoorheen gecoacht. Eerst verkrampte ik telkens bij een wee, zij zorgde dat ik juist probeerde te ontspannen waardoor de weeën aanzienlijk dragelijker werden. Ik geloof dat ik haar helemaal heb fijngeknepen. Ook adviseerde, of beter gezegd sommeerde, zij mij onder de douche te gaan staan. Tijdens een wee richtte vriend een warme straal water op mijn onderrug en dat was heerlijk. Naar omstandigheden dan. Zo heb ik 1.5 uur onder de douche gestaan en toen bleek dat ik 10 cm ontsluiting had en mocht persen.

Je hoort vaak dat het heel erg is als je persdrang hebt en niet mag persen. Ik heb dat helemaal gemist. Op een gegeven moment werden de weeën wel anders. Ik denk dat toen de persweeën begonnen, maar die vond ik juist fijn omdat ik die een beetje kon wegdrukken. Van tevoren had ik bedacht dat ik op een baarkruk wilde. Je hebt de zwaartekracht dan mee toch? De baarkruk was erg fijn. Vriendlief zat achter mij en kon me vasthouden. Toen ik verkrampte op de baarkruk ben ik op bed gaan liggen. Toen ging het allemaal heel snel. De verloskundige zei dat ze de bovenkant van het hoofdje al kon zien en dat gaf me weer hernieuwde krachten. Er werd geconstateerd dat het baby’tje wat weinig zuurstof kreeg. Ik moest toen een aantal keren heel diep in en uit ademen. Dat was wel spannend, maar iedereen bleef rustig en ik zodoende ook.

Inknippen
Op het eind hoorde ik de verloskundige tegen de stagiaire zeggen dat er moest worden ingeknipt en hield ze een grote schaar op. “Hell no” dacht ik en ik heb toen op mijn allerhardst geperst en toen was ze er ineens. Ik was er meteen weer helemaal bij. Nooit zal ik de blik op het gezicht van mijn vriend vergeten, zoiets had ik nog nooit gezien. Tranen, verbazing, angst, opluchting, allemaal tegelijk. En dan zo’n piepklein rimpelig wormpje ineens op je. Bizar. Ik vroeg gelijk naar haar score op de APGAR test: de eerste 9 in mijn dochtertje haar leven.

De nageboorte kwam vlot. Er moesten wat kleine hechtingen gezet worden. Dit mocht de stagiaire doen waarbij de verloskundige zei: “Ja, ze moet toch een beetje oefenen”. Het kon me allemaal niets meer schelen. Ik had me van tevoren zo druk gemaakt over van alles. Dat ik me zou schamen omdat ik tijdens de bevalling zou moeten overgeven. Of poepen. Of brullen. Uiteindelijk was ik daar helemaal niet mee bezig. Op dat moment is er maar ruimte voor één taak en dat is zo snel mogelijk dat kind naar buiten krijgen. Echt waar, al het andere doet er op zo’n moment niet toe.

Wel grappig is dat toen ik na de bevalling ging douchen, ik meteen de deur dicht wilde hebben, ook al had iedereen net werkelijk alles van mij gezien. Wat een belevenis zo’n bevalling. Onvoorstelbaar. En gek eigenlijk dat je daarna amper tijd hebt om hierbij stil te staan, want daarna stap je meteen in de sneltrein die het moederschap heet.